overeenkomsten die ‘ene eigene benaming hebben’ (art. 1355 Ned. BW).
Dit wekt de indruk dat het gaat om overeenkomsten, die in de praktijk een vaste benaming hebben, wat niet juist is. Er zijn vele overeenkomsten, die met een bepaalde term worden aangeduid en die toch behoren tot de onbenoemde contracten. Slechts de overeenkomsten, die als zodanig worden behandeld in de titels 5—19 van het derde boek Ned. en 5-17 van het derde boek Belg. BW of die in het WvK of in enige andere wet een bijzondere behandeling ten deel valt, gelden als benoemde contracten. Op deze overeenkomsten zijn de bijzondere bepalingen, die de wet daarvoor geeft, van toepassing evenals de algemene voor alle overeenkomsten gegeven wettelijke bepalingen, mits daarvan bij de bijzondere bepalingen niet is afgeweken. Wanneer een overeenkomst kan worden gebracht onder de omschrijving van verschillende benoemde contracten, dan spreekt men van een gemengd contract.