Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-03-2019

Beits

betekenis & definitie

m./o. (-en),

1. verzamelnaam voor produkten die oorspronkelijk gemeen hadden dat zij een bijtende werking op de ondergrond uitoefenden (in de 19e eeuw was de spelling nog bijts) ;
2. stof die hout en daarvan afgeleide produkten kleurt, maar de tekening ervan zichtbaar laat: houtbeits ; bij uitbreiding ook voor dergelijke kleurstoffen voor leder, metaal enz. .

In de metaaltechniek dienen beitsen om vaste stoffen voor een bewerking voor te bereiden, te conserveren of om het oppervlak een ander uiterlijk te geven. Metaalbeits is een oplossing die door chemische werking het oppervlak van een metaal aangrijpt en dat of schoonmaakt, öf daarop het een of andere kleureffect teweegbrengt. Voor het schoonbeitsen komt vooral zoutzuur in aanmerking, waaraan dan veelal organische produkten (vooral sulfozuren e.d.) worden toegevoegd, die een te diep Een vezelbeits is een stof die dient voor het vastleggen van een beitskleurstof.

Houtbeits wordt toegepast voor het kleuren van hout, board, spaanplaat enz., maar laat de tekening ervan zichtbaar. De oudste typen houtbeits waren chemicaliën (b.v. kaliumpermanganaat) die reageren met bestanddelen van het hout en daardoor een kleuring veroorzaken. Later werden hiervoor kleurstofoplossingen gebruikt, die werden aangeduid met het oplosmiddel (waterbeits, spiritusbeits, naftabeits); van een ‘bijtende’ werking was hier dus geen sprake meer. Ook werden soms stoffen toegevoegd die een beschermende werking aan het produkt geven (wasbeits, lakbeits). Tegenwoordig worden onder de naam ‘buitenbeits’ produkten op de markt gebracht, die een conserveringsmiddel bevatten en die (soms) de ondergrond volledig dekken, zodat niet meer aan de oorspronkelijke definitie wordt voldaan; het gebruik van het woord beits moet in dat geval als onjuist worden beschouwd.

< >