v./m. (-ten), wet die stelt dat de waarde van bepaalde natuurkundige grootheden gedurende een proces behouden blijft.
Behoudswetten spelen een fundamentele rol bij de beschrijving van natuurverschijnselen. Voorbeelden van behoudswetten: wet van behoud van energie, wet van impulsbehoud, wet van behoud van impulsmoment, wet van behoud van elektrische lading, wet van behoud van baryongetal, van leptongetal. Men kent ook benaderende behoudswetten, die niet exact gelden, zoals behoud van -Msospin (is alleen exact voor wisselwerkingen, maar geldt niet meer voor elektromagnetische en zwakke wisselwerkingen), behoud van vreemdheid (wordt doorbroken door zwakke wisselwerkingen).