Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-03-2019

Behoefte

betekenis & definitie

v. (-n),

1. bewust gemis van iets dat niet of zeer moeilijk ontbeerd kan worden; verlangen daarnaar: men heeft soms behoefte aan liefde, verlangt naar; uitgaan is voor velen een behoefte geworden, iets waar zij niet buiten kunnen; in eigen behoefte voorzien, onderhoud;
2. aan zijn natuurlijke behoeften (nl. tot ontlasting van onverteerde spijsresten uit het lichaam) voldoen; zijn behoefte doen;
3. verlangen naar goederen of diensten voor eigen gebruik of om in het produktieproces om te vormen tot een ander produkt: winkel in dagelijkse behoeften, in artikelen voor dagelijks gebruik; vgl. schrijf- en tekenbehoeften enz. . Men kan onderscheid maken tussen directe en indirecte behoeftenbevrediging. Van het eerste geval is sprake bij de consument die de verkregen goederen onmiddellijk ten eigen nutte aanwendt, terwijl het tweede geval voorkomt bij de bedrijfshuishouding die grond- en hulpstoffen behoeft om deze eerst om te vormen tot eindprodukten, die daarna geruild worden tegen de goederen die men voor de eigen consumptie wenst. Naast deze onderscheiding is ook gangbaar die tussen individuele en collectieve behoeften, waarbij dan tot de laatste categorie de behoeften van een gemeenschap worden gerekend (dus rechtspraak, defensie, onderwijs, e.d.), waarin doorgaans de overheid voorziet. In de economische theorie worden de behoeften van de subjecten over het algemeen als een datum (d.w.z. een gegeven grootheid) gezien.

Dit neemt intussen niet weg, dat in bepaalde gevallen toch de invloed van economische activiteiten (b.v. reclame) op de aard en intensiteit van de behoeften in de beschouwing wordt betrokken. De laatste jaren is het besef verlevendigd dat de behoeftenbevrediging niet alleen afhangt van het voortbrengen van goederen en diensten, maar ook b.v. van een schoon milieu en de natuur. Soms kan dus het achterwege blijven van produktie de behoeftenbevrediging en daarmee de welvaart vergroten.

LITT. J.E.Andriessen, Economie in theorie en praktijk (5e dr. 1975); A.Heertje, De kern van de economie (6e dr. 1974).