v./m., benaming van een vorm van sociale organisatie bij de Inka’s.
Een ayllu bestond uit een groep families waarvan de leden zich beschouwden als afstammelingen van een zelfde voorvader. Een ayllu had de akkers en weidegebieden in gemeenschappelijk beheer, waarbij ieder gezin, in overeenstemming met het aantal gezinsleden voldoende grond en lama’s in gebruik had om in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Dit maatschappelijk stelsel werd vernietigd door de Spaanse kolonisten omdat het ayllusysteem de inheemse bevolking teveel mogelijkheden bood tot verzet en individuele belastingheffing onmogelijk maakte. Bovendien wilden de kolonisten de beschikking krijgen over de beste stukken grond en over de arbeidskracht van de inheemsen voor land- en mijnbouw.
In het ayllusysteem gold een driedeling: een deel van de opbrengst was bestemd voor de zonnegod (= de priesters), een deel voor de Inka (de rijksbelasting) en een deel voor de bevolking. Als basiseenheid gold daarbij de tupu, een stuk grond dat voldoende geacht werd voor het levensonderhoud van een gehuwd man met zijn vrouw en zonder kinderen. Voor iedere zoon of knecht kreeg de man er een tupu bij, voor een dochter een halve tupu. De grootte van zo’n tupu varieerde met de gesteldheid van de grond, het klimaat en de bevolkingsdichtheid ter plaatse.
LITT. L. Baudin, L’empire socialiste des Inka (1970).