v./m. (-en), brandspuit gemonteerd op een auto en aangedreven met behulp van de automotor.
Autospuiten kunnen zijn voorzien van een lage-druk- of hoge-drukpomp of een combinatie van beide typen. In de hoge-drukautospuit is altijd een watertank ingebouwd waaruit de hoge-drukpomp water betrekt, wat een snelle inzet bevordert. Het water wordt onder een druk van 400 mH2O (ca. 4 N/mm2) verstoven, hetgeen een hoog bluseffect geeft met weinig waterschade. Naast het betrekken van water uit sloten, kanalen enz., kan ook water worden betrokken uit de waterleiding via ondergrondse of bovengrondse brandkranen en uit geboorde putten.
Tot de watervoerende armaturen behoren zuigkorf, zuigslang, broekstuk, persslangen van natuurlijke of synthetische vezels, verdeelstuk, straalpijp en water- of schuimkanon. De persslangen worden door genormaliseerde symmetrische storzkoppelingen met elkaar verbonden. Soms wordt achter de autospuit een eenassige poederaanhangwagen gekoppeld voor blussing van aardolie- of verfprodukten.