Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Atmosfeer

betekenis & definitie

[Gr. atmos, damp, sfaira, bol], v./m. (-feren),

1. het gasomhulsel dat de aarde omgeeft; ook het gasomhulsel van andere planeten, zon en sterren, dampkring;
2. de dampkringslucht op een bepaalde plaats van de aarde: de Atmosfeer is nevelig;
3. druk van de dampkring, als eenheid genomen om de spanning van gassen en dampen te meten: een spanning, stoom van vier atmosferen (of atmosfeer);
4. lucht waarin we ademen: die arbeiders werken voortdurend in een bedorven Atmosfeer; pregnant voor slechte atmosfeer: wat een Atmosfeer is het hier!, wat is het hier heet; sfeer, hij was in een Atmosfeer van ruwheid en geweld opgegroeid; er heerst daar een prettige Atmosfeer (tegenwoordig is sfeer gewoner).

Eenheden.

1. De fysische of normale atmosfeer (symbool atm) is gedefinieerd als 101325 Pa (zie pascal). De oorspronkelijke definitie was: de druk die wordt uitgeoefend door een kwikkolom van 0,76 m hoogte en een dichtheid van 13 595 kg/m3 op een plaats waar de versnelling van de zwaartekracht de waarde van 9,806 65 m/s2 heeft.
2. De technische atmosfeer (symbool at), gelijk aan 98066,5 Pa (1 kgf/cm2). Veranderde symbolen: ata = atmosfeer absoluut en ato = atmosfeer overdruk (ten opzichte van de atmosferische druk).