in België een rechtbank voor sociale geschillen in hoger beroep.
Er zijn vijf arbeidshoven: Antwerpen (provinciën Antwerpen en Limburg), Brussel (Brabant), Gent (Oost- en West-Vlaanderen), Luik (provinciën Luik, Namen en Luxemburg) en Bergen (Mons) voor de provincie Henegouwen. Ieder arbeidshof bestaat uit een eerste-voorzitter, kamervoorzitters, raadsheren in het arbeidshof en effectieve en plaatsvervangende raadsheren in sociale zaken. Het is ingedeeld in kamers die zitting houden met één raadsheer in het arbeidshof en, naar gelang van het geval, met twee of vier raadsheren in sociale zaken. Eerste-voorzitter, voorzitters en raadsheren van het arbeidshof worden door de koning rechtstreeks benoemd op gezamenlijke voordracht van de ministers van Arbeid en Justitie. Raadsheren moeten 35 jaar oud zijn, doctor of licentiaat in de rechten en in België minstens vijf jaar werkzaam zijn geweest aan de balie of in een andere juridische functie.
Werkende en plaatsvervangende raadsheren in sociale zaken, die voorgedragen worden door vakorganisaties, moeten 30 jaar zijn en worden benoemd door de koning. Hun zittingstermijn is drie jaar, hetgeen verlengd kan worden. Bij ieder arbeidshof is er een auditoraat-generaal, samengesteld uit een eerste advocaat-generaal, advocaten-generaal en substituten-generaal. Het auditoraat-generaal staat onder rechtstreekse leiding en toezicht van de procureur generaal bij het Hof van Beroep.