[Gr. apo, weg, karpos, vrucht], v., (plantkunde) de aanwezigheid van meer dan één vruchtbeginsel in een bloem.
Elk vruchtbeginsel levert in dit geval een eigen vrucht op. Voorbeelden: Ranunculaceae, zie Rosaceae.
Gepubliceerd op 31-01-2019
betekenis & definitie
[Gr. apo, weg, karpos, vrucht], v., (plantkunde) de aanwezigheid van meer dan één vruchtbeginsel in een bloem.
Elk vruchtbeginsel levert in dit geval een eigen vrucht op. Voorbeelden: Ranunculaceae, zie Rosaceae.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: