af'drukken (drukte af, heeft afgedrukt),
1. iets door drukken of duwen van iets anders verwijderen;
2. iets in beeltenis of kopie overbrengen door middel van drukken: een zegel in was afdrukken;
3. de voorstelling van een negatief op geprepareerd papier overbrengen: deze portretten zijn slecht afgedrukt;
4. ten einde toe drukken, het bepaalde aantal afdrukken van iets vervaardigen: voordat de gehele oplage afgedrukt was, werd er beslag op gelegd;
5. door afdrukken af doen gaan: een geweer afdrukken.