af'dingen (dong af, heeft afgedongen),
1. minder bieden dan de gevraagde prijs; (zegsw.) wat men afdingt, is het eerst betaald;
2. daar valt niets op af te dingen, daar valt niets aan te veranderen; (ook) dat is uitstekend in orde; er is iets op af te dingen (nl. op een bewering, een uitspraak, een oordeel enz.), het kan niet geheel aanvaard worden.