Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Afdichting

betekenis & definitie

. (-en), het afdichten.

Een afdichting wordt toegepast om te voorkomen dat gassen, dampen of vloeistoffen tussen langs elkaar bewegende of niet-bewegende oppervlakken door ontwijken of toetreden.

Bij ten opzichte van elkaar bewegende oppervlakken gebruikt men o-ringen (met cirkelvormige doorsnede) en dichtingsmanchetten op basis van rubber of kunststof, of pakkingbussen: ruimten rond de as, gevuld met pakkingmateriaal en afgesloten door een verstelbare flens waar de as door gevoerd wordt. Het afdichten van de zuiger tegen de cilinderwand bij motoren geschiedt door verende stalen ringen (zuigerveren) in groeven aan de omtrek van de zuiger. Bij gas- en stoomturbines worden labyrintdichtingen toegepast voor de doorvoering van de sneldraaiende as door het huis. In de vrij nauwe spleet tussen as en huis, labyrintvormig vanwege een aantal speciaal aangebrachte cirkelvormige groeven, expandeert het gas of de stoom tot de atmosferische druk. In tegenstelling tot de pakkingbus geeft de labyrintdichting geen extra wrijvingsverliezen.

Bij niet onderling bewegende oppervlakken wordt vnl. flensafdichting toegepast: tussen flenzen een week of hard afdichtingsmateriaal. Weke materialen zijn: geolied papier (gassen en stoom van lage druk en/of lage temperatuur), leder (olie, benzine), kurkplaat (vloeistoffen van lage temperatuur), rubber en kunststof (chemische stoffen), asbest (speciaal voor hoge temperatuur, tot 500 °C). Harde materialen (maar zachter dan het flensmateriaal), zoals metallieke pakking, lood, koper of zuiver aluminium, kunnen hoge werkdrukken verdragen. Het is ook mogelijk metalen afdichtingsvlakken zo te slijpen dat geen pakking nodig is, echter niet voor gasafdichtingen. Om tegen zeer hoge drukken tot 150 N/mm2 (1500 kgf/cm2) af te dichten maakt men gebruik van de zeer elastische o-ringen.

< >