v. (-en), een kaart waarmee men gebruik kan maken van het openbaar vervoer (met uitzondering van de trein) in geheel Nederland.
© Per 1.10.1980 is de strippenkaart ingevoerd. Alle tram-, bus- en metronetten in Nederland zijn verdeeld in zones met een doorsnede van ca. 4 km. Per zone waardoor men reist, dient een strip op de kaart afgestempeld te worden (voor de eerste zone twee strippen); hiertoe zijn in de meeste bussen en trams stempelautomaten geplaatst. Binnen de stadsgebieden van Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Utrecht zijn de strippenkaarten ook te gebruiken als treinkaartje voor de tweede klasse van de spoorwegen. Op de achterzijde van de strippenkaart zijn de gebruiksaanwijzingen afgedrukt, bovendien zijn er speciale folders over de strippenkaart uitgegeven.