Gepubliceerd op 17-01-2021

Namibië

betekenis & definitie

(ook: Zuidwest-Afrika), gebied dat in naam onder toezicht staat van de VN maar feitelijk wordt bezet door Zuid-Afrika, begrensd door Angola, Botswana, Zuid-Afrika en Zambia, 823145 km2 (exclusief het gebied van Walvisbaai, 1124 km2, een enclave van de Kaapprovincie door Namibië bestuurd). Hoofdstad: Windhoek.

POLITIEK De ontwikkelingen in Namibië werden sinds het begin van de jaren zeventig vooral gekenmerkt door een steeds sterkere toename van het politieke en militaire verzet vanuit de bevolking tegen de Zuidafrikaanse bezetting van het land en de institutionalisering van de conflictsituatie rond Namibië. Na jarenlange slepende gerechtelijke procedures kwam het Internationaal Gerechtshof, door de Veiligheidsraad om advies gevraagd, in juni 1971 tot een definitieve uitspraak over de positie van Namibië. De bezetting van Namibië door Zuid-Afrika werd als illegaal veroordeeld en de lidstaten van de VN werden opgeroepen alles na te laten wat een erkenning van het Zuidafrikaanse bewind over Namibië zou kunnen betekenen. Mede onder invloed van deze uitspraak en de weigering van Zuid-Afrika daaraan gehoor te geven, ontstond een verdere radicalisering van het verzet tegen de Zuidafrikaanse politiek in het land. In dec. 1971 en jan. 1972 vond een grote staking plaats van ruim 13500 Afrikaanse contractarbeiders (het grootste deel van de zwarte arbeiders dat werkzaam is in de mijnen, industrieën en agrarische bedrijven) tegen het arbeidssysteem dat door hen als een vorm van slavernij werd ervaren. De staking werd met geweld gebroken en in het noorden van het land bestaat een sindsdien van kracht zijnde uitzonderingstoestand, die de vrijheid van de bevolking ernstig beperkt.

De politieke activiteiten vanuit de zwarte bevolking namen sterk toe, en werden in steeds duidelijker mate geleid door de South-West African People’s Organization (SWAPO). Als gevolg van deze ontwikkeling braken de VN eind 1973 alle onderhandelingen met ZuidAfrika over de toekomst van Namibië af en werd de SWAPO erkend als enige authentieke vertegenwoordiger van het volk van Namibië.

In antwoord op het toenemende verzet in het land en de groeiende internationale kritiek versterkte Zuid-Afrika enerzijds zijn militaire greep op het land en werd anderzijds een politiek offensief ingezet om deze voor haar ongunstige ontwikkeling te keren. In enkele jaren werd het Zuidafrikaanse leger in Namibië uitgebreid tot meer dan 50000 man, voor een groot gedeelte gelegerd in een serie nieuwgebouwde militaire bases in het noorden van het land. Vanuit deze bases voerde het Zuidafrikaanse leger in 1975 een inval uit in Angola, ter ondersteuning van de UNiTA-eenheden, die de MPLA-regering van het gedekoloniseerde Angola bestreden. De daaropvolgende Zuidafrikaanse nederlaag en de vestiging van de Volksrepubliek Angola onder leiding van de MPLA versterkten weer de militaire confrontatie in het noorden van Namibië. Sinds 1975 was dit hele gebied het toneel van voortdurende botsingen tussen de guerrillaeenheden van de SWAPO en de Zuidafrikaanse bezettingstroepen. Op politiek niveau nam Zuid-Afrika in sept. 1974 het initiatief tot een zgn. multiraciale constitutionele conferentie over de toekomst van Namibië, bekend geworden als het Turnhalle-beraad.

Opgezet binnen het raamwerk van Zuid-Afrika’s politiek van ‘gescheiden ontwikkeling' (→ apartheid) in Namibië, namen aan deze conferentie deel vertegenwoordigers van alle bevolkingsgroepen in het land, d.i. de blanken en de leiders van de door Zuid-Afrika onderscheiden tien zwarte bevolkingsgroepen, wier autoriteit echter algemeen betwijfeld werd. De SWAPO heeft van het begin af de Turnhalle-conferentie afgewezen, zijnde niet gericht op een werkelijke dekolonisering van een ongedeeld Namibië, maar juist op de verdeling van land en bevolking overeenkomstig de Zuidafrikaanse apartheidsscheidslijnen en de handhaving van de Zuidafrikaanse machtspositie in het land. Ondanks een grootscheepse campagne ter verkrijging van internationale erkenning van de Turnhalle-conferentie, hebben vele internationale organen, de VN en verreweg de meeste regeringen, dit overleg afgewezen. De tegenstanders van het Turnhalle-beraad in de VN stelden een plan op voor de onafhankelijkheid van Namibië. Het plan voorzag in een terugtrekking van Zuidafrikaanse troepen tot een sterkte van 1500 man, verkiezingen onder toezicht van de VN, legering van een VN-macht, vrijlating van alle politieke gevangenen en de stationering van een speciale VNvertegenwoordiger. De Zuidafrikaanse regering stemde aanvankelijk toe in de westerse compromisformule.

Begin mei 1978, een week na deze toestemming, viel het Zuidafrikaanse leger Angola binnen en bracht zware schade toe aan een SWAPOhoofdkwartier in Cassinga. De swAPO-delegatie werd van de besprekingen met de vijf westerse landen in New York teruggeroepen. De westerse bemiddelaars zetten hun pogingen door. Half juni 1978 aanvaardde de SWAPO de plannen voor een vreedzame regeling. Sam Noejoma, de leider van de SWAPO , liet echter weten dat nooit een definitieve regeling door SWAPO ZOU worden geaccepteerd, wanneer de haven Walvisbaai niet in de nieuwe staat Namibië wordt opgenomen. De plannen werden voorgelegd aan de Veiligheidsraad die zich er op 27 juli achter schaarde.

Ook werd een resolutie aangenomen over de herintegratie van Walvisbaai. De VN-commissaris voor Namibië, de Fin Martii Ahtisaari, vertrok aan het hoofd van een delegatie naar Namibië om een voorstel omtrent de onder VN-toezicht te houden verkiezingen op te stellen. Eind juli 1978 diende de secretaris-generaal van de VN een program van actie in. Er zouden 7300 militairen en 1200 man politietroepen nodig zijn. De oorspronkelijke verkiezingsdatum van 31.12.1978 bleek niet haalbaar: voorgesteld werd april 1979. Nederland werd verzocht 200 man geneeskundige troepen beschikbaar te stellen.

De Ned. regering stemde hierin toe. Ook Japan verklaarde zich bereid tot levering van een contingent militairen. Kort voor zijn aftreden maakte premier Vorster bekend dat Zuid-Afrika de plannen van de Veiligheidsraad afwees en op de oorspronkelijke datum van 31 dec. onder eigen bestuur verkiezingen zou organiseren op basis van de voorstellen van de Turnhalle-conferentie. SWAPO verklaarde zich tegen het houden van de verkiezingen en gaf te kennen al het mogelijke te zullen doen om deze te verhinderen. De verkiezingen vonden van 5-8.12.1978 plaats. Volgens de op 15 dec. bekendgemaakte officiële einduitslag bracht 80,2 % van de geregistreerde kiezers zijn stem uit.

De Democratische Turnhalle Alliantie (DTA), een multiraciale coalitie die een regering voorstelde waarin de elf stammen en de blanken elk een vertegenwoordiger zouden hebben en die met eenparigheid van stemmen zou regeren, behaalde 82,2 % van de stemmen, de AKTUR, een dissidente groep van de DTA, 11,9 % en andere partijen 5,9 %. De SWAPO meldde daden van intimidatie en weigerde de uitslag te erkennen. Op 3.5.1979 richtte de constitutionele vergadering tevergeefs een oproep tot de SWAPO en andere groepen en stelde daarbij in het nieuwe parlement 15 zetels te hunner beschikking.

In aug. 1979 vloog de Britse diplomaat sir James Murray naar Pretoria om er namens de vijf westerse landen die in de Veiligheidsraad zetelen, te praten over een nieuw voorstel dat de impasse zou kunnen doorbreken. Het voorstel, afkomstig van Angola, behelsde het instellen van een gedemilitariseerde zone van 50 km breed aan weerszijden van de grens tussen Angola en Namibië. Hoewel de Zuidafrikaanse reactie terughoudend was, adviseerde sir James Murray VN-secretaris-generaal Waldheim het initiatief tot een nieuwe gespreksronde te nemen. Waldheim nodigde daarop Zuid-Afrika, de SWAPO , de vijf westerse landen en de zwarte frontlijnstaten uit in Genève over de mogelijke afbakening van een gedemilitariseerde zone te komen onderhandelen. De conferentie die op 12.11.1979 begon, duurde slechts vijf dagen en had weinig resultaat.

De Zuidafrikaanse administrateur-generaal in Namibië, Marthinus Steyn, werd in juli 1979 vervangen door Gerrit Viljoen, rector van de Randse Afrikaanse Universiteit en voorzitter van het Afrikaner genootschap De Broederbond. Die vervanging hield verband met groeiende tegenstellingen onder de blanken in Namibië en geruchten over een mogelijke rechtse coup.

Litt. E.Andriessen e.a., Namibië ... ZuidwestAfrika bevrijd (1976).