Gepubliceerd op 17-01-2021

Internationale liquiditeiten

betekenis & definitie

(ook: monetaire reserves, goud- en deviezenreserves), alle internationale betaalmiddelen waarover de monetaire autoriteiten van een land beschikken. Internationale liquiditeiten bestaan thans uit goud en vreemde valuta's (waarvan een groot deel dollars) in het bezit van de monetaire autoriteiten, de speciale trekkingsrechten (SDR’S, special drawing rights) bij het Internationale Monetaire Fonds, en sinds 1979 Ecu’s (→ European currency units) ontstaan in verband met het → Europees Monetair Systeem.

De monetaire reserves van de wereld hebben in de tweede helft van de jaren zeventig belangrijke veranderingen ondergaan. De waardestijging van de goudreserves in 1979 kan worden gezien als een weerspiegeling van de feitelijke stijging van de effectieve waarde van de goudvoorraad, al kan de winst van de stijging uiteraard slechts door verkoop op de markt worden gerealiseerd. Tegelijkertijd daalde het volume van de goudreserves, die van de Groep van Tien (België, BRD, Canada, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Japan, Nederland, VS, Zweden) en van Zwitserland. De verdeling van de goudreserve per ultimo 1979 van 926,4 mln. ounces was: Groep van Tien en Zwitserland 740,7 mln. ounces, andere geïndustrialiseerde landen 90,7 mln., ontwikkelingslanden (niet-olie-exporteurs) 57,8 mln., totaal olie-importerende landen 889,2 mln., olie-exporterende landen 37,2 mln. ounces. Voor de verdeling van de monetaire reserve van de wereld tussen 1975—79 zie tabel.Monetaire reserve van de wereld tussen 1975—79 gebied jaar monetaire reserve aan goud1 deviezen IMF SDR Ecu totaal niet goud totaal VS $ VS $ VS $ VS $ VS $ VS $ VS $

1 mrd. 1 mrd. 1 mrd. 1 mrd. 1 mrd. 1 mrd. 1 mrd.

Groep van Tien2 en Zwitserland 1975 33,8 65,0 8.4 7.7 81.1 114.9

1977 35,4 105,1 13.8 7.5 126,4 161,8
1979 388.1 109,7 9,0 11,2 41,2 171,1 559.2

andere geïndustraliseerde 1975 4,2 19.8 0,7 0,8 21.3 25,5 landen 1977 3.9 23.2 1,1 0,7 25,0 28.9

1979 47.5 33,0 1,3 1.2 0,7 36,2 83.7

ontwikkelingslanden, niet 1975 2.1 25.9 0,6 1.3 27.8 29,9 olie-exporterend 1977 2,2 44,9 0.5 1,2 46.6 48.8

1979 30.3 68,0 1,2 2,6 71,8 102.1

totaal olie-importerende 1975 40,1 110,7 9,6 9.9 130.2 170,3 landen 1977 41,5 173.2 15,4 9,4 — 198,0 239.5

1979 465,9 210,7 11,5 15,0 41,9 279,1 745,0

olie-exporterende landen 1975 1,5 59,0 5.1 0,4 64,5 66,0

1977 1,5 69,5 6,6 0,5 76,6 78.1
1979 19.5 70,5 4.0 1,4 75,9 95.4

alle landen 1975 41.6 169,7 14,8 10.3 194,8 236.4

1977 43,0 242,8 22.0 9.9 274,7 317.7
1979 485.4 281,2 15,5 16,4 41.9 355,0 840.4

'tegen marktwaarde "België. BRD. Canada. Frankrijk. Groot-Brittannic. Italië.

Japan. Nederland. VS. Zweden Bron: Jaarverslagen Bank voor Internationale Betalingen

< >