o., 1. chemisch element, symbool Au.
© ECONOMIE . De wereldgoudproduktie vertoonde in de tweede helft van de jaren zeventig weinig verandering, al traden er geleidelijk verschuivingen tussen de produktielanden op (tabel 1). Anderzijds schommelden de marktverkopen van goud door de communistische landen en traden belangrijke nettoverkopen van goud uit de officiële westelijke goudreserves op (voornamelijk die van de VS en het International Monetary Fund door regelmatige goudveilingen) (tabel 2). Ondanks de daling van het volume van deze goudreserves werd het effect op de internationale liquiditeitenmassa volledig teniet gedaan door de aanzienlijke stijging van de goudprijs. De goudprijs op de goudmarkten steeg tot grote hoogte en bereikte in jan. 1980 een top van $ 850 per troy ounce (1 troy ounce = 31,1035 g) te Londen (f51900 per kg fijn in Amsterdam) (tabel 3). Enerzijds is dit de keerzijde van de daling van de dollarkoers, ofschoon ook de prijs in Zwitserse francs en andere valuta vrijwel in gelijke mate steeg. Anderzijds gaat het hierbij wel degelijk om een zelfstandige prijsstijging onder invloed van een zeer sterke groei van de vraag naar goud.
In tijden van economische en politieke onzekerheid vlucht men doorgaans in goud als middel om vermogen te bewaren. De oorzaken lagen dan ook:
1. in de snel toenemende inflatie in de meeste geïndustrialiseerde landen, waardoor het vertrouwen in alle belangrijke valuta verzwakte;
2. in de invloed van deze inflatie op de beleggingsvoorkeuren van de OPEC-Ianden;
3. in de politieke gebeurtenissen in Iran en de Russische interventie in Afghanistan.
Tabel 1. Produktie in de wereld (uitgezonderd Noord-Korea, OostEuropa, USSR, Volksrepubliek China) in 1975 en 1979 land produktie in
1975 1979
Australië t
16 t
18
Brazilië 5 5 Canada 51 49 Colombia 10 8 Ghana 16 13 Japan 5 5 Mexico 4 6 Papoea-Nieuw-Guinea 19 21 Philippijnen 16 17 Spanje 5 VS 33 28 Zaïre 3 3 Zimbabwe (Rhodesië) 20 12 Zuid-Afrika 713 705 andere 45 41 geschat totaal 956 936 Tabel 2. Geschat gebruik (niet-monetaire absorptie) en herkomst (1970—79)
jaar gebruik produktie verkoop comm. daling landen west. off.
goudv.
t t t t
1970 1050 1290 50 -290’
1971 1470 1250 90 130
1972 1280 1175 200 95’
1973 1480 1110 330 40
1974 1185 1000 150 35
1975 1125 940 150 35
1976 1465 960 350 155
1977 1600 955 450 195
1978 1725 955 450 320
1979 1830 935 290 605
* d.i. negatieve daling, dus een stijging, commun. = communistisch; west. off. goudv. = westelijke officiële goudvoorraad
Tabel 3. Gemiddelde prijs (1975-81)
jaar prijs
1975 gulden per 1 kg fijn goud 13108
1976 10648
1977 11682
1978 13424
1979 19756
1980 39098
dec.1980 41035 jan.1981 39142 febr. 1981 37666 Opmerkelijk was dat de goudprijsstijging plaatsvond in een tijd van algemeen stijgende rentevoeten in de geïndustrialiseerde wereld, d.w.z. bij toenemende kosten van het aanhouden van goud. In 1981 trad echter een vrij snelle daling van de goudprijs op. Afb.p.273.
