Gepubliceerd op 05-06-2021

Emil staiger

betekenis & definitie

Zwitsers letterkundige, *8.2.1900 Kreuzlingen. Staiger studeerde Germaanse en klassieke filologie en promoveerde op het proefschrift A.von Droste-Hulshof (1933).

In 1943 werd hij hoogleraar aan de universiteit van Zürich, die dank zij hem een internationaal vermaard centrum voor litteratuurwetenschappen werd. Hij is de grondlegger van de zgn. werkimmanente methode, die zich afzette tegen de tot dan heersende ‘geistesgeschichtliche’ stroming, die vooral de grote thema’s van de litteraire werken in hun historisch-cultureel kader onderzocht. De werkimmanente methode stelt het concrete litteraire werk centraal en vraagt vooral naar de specificiteit van stijl, opbouw en thematiek. Tot zijn belangrijkste studies behoren Die Zeit als Einbildungskraft des Dichters (1939), Grundbegriffe der Poetik (1946), Goethe (13 dln. 1952-59), Die Kunst der Interpretation (1955) en Literatur und Öffentlichkeit (1966), een rede ter gelegenheid van zijn bekroning met de litteratuurprijs van de stad Zürich; ze maakte ophef door een globale afwijzing van de hedendaagse litteratuur. Hij publiceerde verder Theokrit (1970), Spatzeit. Studiën zur deutschen Literatur (1973), Gipfel der Zeit (1979). Van belang zijn ook zijn vertalingen uit de klassieke litteratuur, o.a. Calimachi opera omnia (1956), Tasso Werke und Briefe (1978) en de Aeneis van Vergilius (1981).

< >