v., (ook: tertiaire zuivering), afvalwaterzuivering die na de mechanische en biologische zuivering plaatsvindt.
© Hoewel strikt genomen alle extra zuiveringen van het afvalwater onder de definitie van derdetrapzuivering vallen, wordt meestal fosfaatverwijdering bedoeld. Verwijdering van fosfaten (defosfatering) vindt bij primaire (mechanische) en secundaire (biologische) zuivering slechts gedeeltelijk plaats (bij levend-slibinstallaties ten gevolge van de opname door bacteriën voor ca. 30 %). Door toevoeging van aluminiumsulfaat, ijzerchloride of ijzersulfaat kan 90—95 % van de aanwezige fosfaten in het stedelijk afvalwater worden neergeslagen en door sedimentatie of filtratie van het afvalwater worden gescheiden. Het mee-neerslaan (coprecipitatie) van zware metalen vormt een gunstig neveneffect van deze behandeling. Een nadeel is echter het hoge gehalte aan sulfaten of chloriden in het aldus gezuiverde afvalwater, Vormen van tertiaire zuivering waarbij andere stoffen dan fosfaat uit het afvalwater verwijderd worden, zijn o.a. de verwijdering van ammoniumionen, na omzetting met behulp van kalk in ammoniak, door in een toren het water naar beneden te laten lopen terwijl lucht naar boven geleid wordt. Nitraat en nitriet kunnen door middel van bacteriën op zand- of actief-koolbedden verwijderd worden en zware metalen (veelal in industrieafvalwater) met behulp van ionenwisselaars of door precipitatie.
