Gepubliceerd op 17-01-2021

Deeltijdarbeid

betekenis & definitie

m., betrekking voor een gedeelte van de normale arbeidsdag, d.i. minder dan 25 uur per week.

© Deeltijdarbeid wordt vaak gezien als een van de mogelijke oplossingen voor de werkloosheidsproblemen. Er is echter nog zeer weinig bekend over de relatie tussen deeltijdarbeid en arbeidsmarkt. Bovendien kan er van deeltijdarbeid, die een efficiënter gebruik van de arbeidsmarkt mogelijk maakt, ook een werkgelegenheids-verminderend effect uitgaan. Tot nog toe zijn het echter voornamelijk getrouwde vrouwen die een deeltijdbaan hebben. Het ziet er dan ook niet naar uit dat deeltijdarbeid op korte termijn veel zal kunnen bijdragen tot de herverdeling van de arbeid.

Uit een onderzoek aan de hand van cijfers uit 1971—78 bleek het volgende:

1. het aantal vrouwen met een deeltijdbaan is relatief en absoluut sterk toegenomen;
2. in de bedrijfstakken landbouw en visserij, transport, opslag en communicatiebedrijven en de overige dienstverlening werkt een opvallend hoog percentage part-time werkende vrouwen;
3. in de bouwnijverheid bestaat een tamelijk hoog percentage deeltijdbanen, maar daarin werkt een gering aantal vrouwen;
4. relatief weinig vrouwen werken part-time in het bank- en verzekeringswezen en bij de zakelijke dienstverlening.

Uit een bedrijfsenquête in 1978 over de vraag in hoeverre bestaande volledige banen omgezet zouden kunnen worden in deeltijdbanen zonder bedrijfseconomische nadelen, achtte 40 % van de bedrijven opsplitsing in de produktiesfeer mogelijk, en 45 % achtte dat mogelijk in de administratieve sfeer. Bij elkaar ging het om ca. 10 % van de banen. Het percentage bedrijven dat administratieve functies splitsbaar achtte nam toe met de grootte van het bedrijf, maar tegelijk nam het percentage van banen sterk af, waarschijnlijk door de daardoor te sterk toenemende communicatie- en coördinatieproblemen. Het bleek dat bedrijven deeltijdarbeid op basis van de verschillende kostenaspecten negatief beoordelen. Als voordeel gelden de grotere produktiviteit per uur en de flexibele inzet van het personeel. Concurrentie tussen part-timers en full-timers is een mogelijke bron van conflicten en zelfs een bedreiging, zeker als het aantrekken van part-timers gebeurt om de Wet op het Minimumloon te ontduiken.

LITT. J.R.de Jong, L.J.H.Intven en P.Visser, Beter ten halve gewerkt? (1974); De komende vijfentwintig jaar, Uitg. van de Raad voor het Regeringsbeleid (1977); M.H.Srober, Wives’ labour force behaviour and family consumption patterns (in: A.H.Amsden, red., The economics of woman and work, 1980).

< >