Model, ontwikkeld door Porter, waarin de structurele winstgevendheid wordt verklaard uit de mate en de aard van de concurrentie met betrekking tot een bedrijfstak. Deze concurrentie wordt vervolgens bepaald door een vijftal beïnvloedende concurrentiekrachten:
1 de mate van interne concurrentie
2 de macht van leveranciers
3 de macht van afnemers
4 de dreiging vanuit potentiële toetreders en
5 de dreiging vanuit mogelijke substituutproducten.