(Amsterdam 10.7.1902 - Overveen 14.11.1935).
Bioloog die sterke binding had met Terschelling en daar ook een groot deel van zijn wetenschappelijk onderzoek heeft verricht. Promoveerde op een proefschrift over een nieuwe theorie betreffende duinvorming, waarin plantengroei een belangrijke rol speelt. Verdiepte zich o.a. in de herkomst van de cranberry op Terschelling.Wrk.: Organogene Dünenbildung (1934).
Zie: Fjildbiology 412-414; Beek-van Dieren, M. e.a., Terschelling tussen Boschplaat en Behouden Huys (1985).