Wieltjesplakker, -zuiger - wielrenner die voortdurend aan het wiel van een tegenstander blijft hangen, die achter hem blijft rijden en nooit zelf het kopwerk doet. De wieltjesplakker profiteert van de inspanningen van anderen, waardoor hij zelf zijn krachten kan sparen voor de finale. Deze pejoratieve benaming wordt ook verkort tot zuiger.
Argentin is toch een beetje een wieltjesplakker, maar dat komt ook omdat hij een tegenstander miste om duels mee uit te vechten. Vrij Nederland, 03-11-90
Verslaggevers die ’s morgens over Eddy, ’s middags over hem schreven en ’s nachts van hem droomden, begonnen Zoetemelk af te schilderen als ‘wieltjeszuiger’, als ‘rat’ zelfs. Ron Couwenhoven: Wielerklassiekers, 1990
In het begin van zijn carrière stond Argentin vooral bekend als een wieltjeszuiger die zijn overwinningen in de sprint behaalde. de Volkskrant, 17-04-93
Maar ook de Tour de France geniet zeer zeker mijn belangstelling. Honderden rituitslagen kan ik zo uit het blote hoofd opdreunen; ik ken de namen van duizenden renners, sportdirecteuren, verzorgers, wieltjeszuigers, rassprinters, rode lantaarns en Félix Lévitan... HP/De Tijd, 28-06-96
