Uitloggen - de verbinding met het Internet of met een netwerk verbreken. → inloggen.
Helaas krijgen we tijdens de rondgang geen glimp te zien van het toilet waarop Elvis stierf, noch van zijn slaapkamervertrekken op de tweede verdieping - maar het klassieke ‘Elvis has left the building’ dat opklinkt bij het uitloggen maakt veel, zo niet alles goed. Elsevier, 04-01-97
Wie vindt dat zijn of haar bewegingen op Internet een privé-zaak zijn, moet na het uitloggen de cache wissen. PC Consument, december 1997
‘Niet uitloggen - het hoogtepunt moet nog komen! ’ Grijze vlekken op het scherm maakten ongevraagd plaats voor het ontblote decolleté van Ann. HP/De Tijd, 16-01-98