Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Turbo-

betekenis & definitie

Turbo- - als eerste lid van allerlei samenstellingen: stevig, krachtig. → turbokoe, turbotaal.

Toch klaagde ze licht: haar rug voelde niet best aan en die Duitse meisjes, goh, die gingen wel hard. Die hadden dikke turbodijen en zij had ranke, net geen breekbare benen. Nieuwe Revu, 23-02-98

< >