Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Tuinkabouter

betekenis & definitie

Tuinkabouter - pejoratief voor ‘wereldvreemde idealist’.

Tijdje niets van gehoord, maar daar is ie weer, die Marxistische tuinkabouter op wieltjes. Vinyl, 11-11-83

Of, zoals Van Agt: ‘Die hypocriete roomse tuinkabouter met z’n handen altijd voor z’n kruis...’ Opzij, november 1994

Ken je dat? Je haat de artiest, maar de muziek is onweerstaanbaar goed. Dat hebben wij ook met het heerschap Danzig. Deze opgeblazen tuinkabouter is een verschrikkelijk zielig mannetje en ziet er niet uit. Webber, januari 1993

< >