Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Neo-geo

betekenis & definitie

Neo-geo - neo-geometrische kunst. De term, die in weinig woordenboeken is terug te vinden (in ons taalgebied is Verschueren, 1996, de eerste), werd in 1986 geïntroduceerd door de Amerikaanse kunstcriticus Donald Kuspit voor de rond 1985 ontstane abstracte kunst uit vnl. Amerika (met name New York).

In de jaren tachtig vielen de tendensen en stijlen dan ook als het ware over elkaar heen: neo expressionisme, neo-surrealisme, neo-classicisme, neo realisme en als laatste neo onder de neo’s, neo-geo (neo-geometrische kunst). Haagse Post, 24-10-87

metonymisch: vertegenwoordiger van deze kunstvorm.

De zo esthetisch mogelijk op elkaar afgestemde cirkeltjes, rechthoeken, vierkanten en driehoeken waren alom present. De handel in deze zogenaamde neo-geo’s was dan ook onmiskenbaar levendig. Haagse Post, 22-11-86

Is Bülent Evren een ‘neo-geo’? Beslist niet, volgens zijn schilderende evenknie Han Schuil. ‘Geometrische abstractie,’ zei deze vorig jaar tijdens een vraaggesprek met galeriehouder Onrust, ‘daaronder versta ik het geschuif met cirkels en vierkantjes. Dat is een zuivere compositorische, formele aangelegenheid. Op zichzelf is dat volkomen oninteressant.’ de Volkskrant, 23-05-87

De ‘neo-geo’s’ zeggen: minder is beter. Maar ik zeg: er kan altijd meer! Ik hou van barok. Oor, 11-07-87

De ‘hype’ van de nieuwe abstractie, de neo geo’s, bevalt hun dan ook niet zo. Vinyl, februari 1988

De Zwitser John Armleder is de ster van de neo-geo’s, de nieuwste geometristen. Nieuwe Revu, 02-11-89

Bart Domburg (1957), de gewezen neo-geo, posteert zich in stofjas voor het snorrende atelierkacheltje en serveert pijpjes Dommelsch. de Volkskrant, 15-02-91

Vermoedelijk was er zonder Nicholson ook geen ‘Neo-geo’ geweest. HP/De Tijd, 12-11-93