Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Nanotechnologie

betekenis & definitie

Nanotechnologie - (nano ‘miljardste deel’), technologie waarbij gewerkt wordt met dimensies van 1 tot 100 nanometer. In 1990 beschreven door K. Eric Drexler in het boek Engines of creation: the coming era of nanotechnology.

Aan het firmament van de wetenschappelijke ‘high tech’, nu nog druk doende met supergeleiding en genetische manipulatie, doemt een nieuwe ster op, die van de nanotechnologie. Nanotechnologie houdt een extreme miniaturisering in, tot op het niveau van het atoom toe. Zoals gebruikelijk bij nieuwe technologieën worden ons gouden bergen beloofd, van gigacomputerchips tot mini-compact-discs bestaande uit eiwit. Het tijdperk van de nanotechnologie werd al in 1959 voorspeld door de Amerikaanse natuurkundige Richard Feynman. Deze in 1988 overleden Nobelprijswinnaar is bekend geworden door zijn niet-alledaagse optreden als lid van de commissie die het ongeluk van de ruimteveer Challenger heeft onderzocht en door zijn memoires waaruit zijn onconventionele levenshouding en zijn voorliefde voor plagen bleek. Zijn voorspelling tijdens een rede op de jaarlijkse vergadering van de Amerikaanse Natuurkundige Vereniging werd toentertijd als een goede grap afgedaan. Feynman was, zoals de meeste nano-technologen nu, vooral geïnspireerd door voorbeelden uit de biologie, zoals de hersenen en de cel. Het Parool, 08-02-92

De verwachtingen over de nanotechnologie zijn hooggespannen. De stap naar kleinere afmetingen biedt interessante perspectieven. Natuur & Techniek, oktober 1996

Onze kleinkinderen zullen in hun huis een soort Star Trek replicator hebben die een stuk belegen Goudse kaas kan maken met moleculen uit de lucht en de vuilnisbak. De drijvende kracht achter deze wonderen? Nanotechnologie. Personal Computer Magazine, maart 1998