Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Landschapspark

betekenis & definitie

Landschapspark - gebied waarin natuurbehoud en schoonheid (fraaie stads- en dorpsgezichten) samengaan met het beoefenen van het boerenbedrijf. Al bij Reinsma (1975), met een citaat uit 1974. Samenstellingen met -park als tweede lid werden sinds de jaren zeventig erg populair. → computerpark, windpark.

Landschapspark. Groot gebied met een diversiteit aan natuurlijke en culturele waarden, bijv. bossen, wateren en natuurreservaten. De term wordt hoofdzakelijk in België gebruikt. René Heijnis: Prisma van het milieu, 1990

Landschapspark: gebied met een formele status. Landschapsparken zijn gericht op samengaan van belangen in de zin van agrarische, recreatieve en natuurbehoudsaspecten. Pierre Marecbal: Woordenwijzer ecologie, 1991