Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Chaoot

betekenis & definitie

Chaoot - revolutionair; anarchist; iemand die zich gewelddadig gedraagt en chaos als levensstijl propageert. Men vindt hen bijvoorbeeld onder punkers en krakers. → autonomen.

Kedichem is weliswaar een incident maar de Centrumpartij mag géén rust krijgen, menen de sponties en de chaoten die het afgelopen weekend in actie kwamen. Vrij Nederland, 05-04-86

... punkers kregen de slechte naam van werkschuw tuig, chaoten, vandalen. Tom ter Bogt: Opgroeien in Groenlo, 1987

De Chaoten van het krakersbolwerk aan de Friedensgasse in Zürich ontbijten gewoonlijk rond het middaguur. de Volkskrant, 10-05-90

Bij terugkeer duiken plots de traumatherapeuten op. Het is als een sluis tussen twee radicaal onderscheiden werkelijkheden. Die sluis moet voorkomen dat ‘slachtoffers’ van de chaos zelf chaoten worden en zo een bedreiging van binnenuit gaan vormen. René Boomkens: De angstmachine, 1996

Ik heb mijn jongens gevraagd keihard op te treden. Niet alleen genadeloos te zijn tegen chaoten en autonomen, ook tegen journalisten. Elsevier, 21-06-97