(1899-1974)Ned. schrijver, was onderwijzer. Zijn romans spelen deels op zee, deels op het Friese platteland.
Hiertoe behoren Het klotsende meer 1939, De vlammende heide 1940, De wijde stilte 1941, Twaalf mannen van de Vrouwe Jacoba 1943, Volk zonder uren 1949, Het grote appèl 1951, Dans op de oever 1955, Het goddeloze veer 1955, De stroom ruist in de avond 1961, Lascaux, de dieren en hun mensen 1971 en De liefde van Manda Azinga 1974. Zijn trilogie Het snoer en de kralen 1964-'66 speelt tijdens de prehistorie in de Lage Landen. Z. publiceerde ook toneelstukken (in het Fries), jongensboeken, biografieën en toeristisch werk.
