(geb. 1936) Ned. dichter, studeerde theologie, Duits en filosofie, is wetenschappelijk medewerker Nieuwere Duitse letterkunde. Het probleem van de tijd (de vergankelijkheid) en daarmee de tegenstellingen heden-verleden en dood-leven zijn regelmatig terugkerende motieven in zijn poëzie.
Bundels: Klein Gloria 1961, Tijdverbiijf 1971, Een eng cocon 1975, De schaar van het vergeten 1981 en De toren van Snelson 1983. Een mens hoeft niet alleen te blijven 1977 is een essaybundel.