NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Weel, willem van

betekenis & definitie

WEEL (Willem van), Wely, geb. 15 Mei 1595 te Ammerzoden, Jezuïet 15 Oct. 1612 te Landsberg, gest. 13 Febr. 1670 te Yperen. Te Coïmbra onderwees hij de stelkunde, volbracht er zijn godgeleerde studiën en werd er priester gewijd (1623). Na korten tijd in het Jezuïetencollege te 's Hertogenbosch werkzaam te zijn geweest, vertrok hij in 1628 naar Kuilenburg, waar hij de grondlegger werd eener Jezuïetenstatie. Door zijn buitengewonen ijver slaagde hij er in velen tot het katholiek geloof terug te voeren, ondanks de vervolging, waaraan hij blootstond, en zelfs het tijdelijk gemis van zijn vrijheid. In 1650 en 1652 werden de klopjes, die onderzijn leiding stonden, aan dwangmaatregelen onderworpen. Van W. richtte te Kuilenburg een pensionaat op, de ‘Cloppenschool’ genoemd, waar gedurende een eeuw meisjes van de gegoeden en aanzienlijken stand uit alle streken des lands hare opvoeding opvingen. Toen v.W. om zijn hoogen leeftijd een medehelper van noode had, werd hem deze geweigerd. Hij zelf vertrok in 1664 naar Antwerpen en vandaar naar Yperen.

Zie: ArchiefBisd. Utrecht III, 81,97; VI. 235; XVIII, 34; Archief S.l. te Maastricht. Derks

< >