Vroom, cornelius de

betekenis & definitie

VROOM (Cornelius de), geb. te Roosendaal (N.-Br.) in 1637, overl. te Antwerpen 1 Jan. 1712, trad op jeugdigen leeftijd in de orde der Minderbroeders en legde 13 Mrt. 1657 zijn kloostergeloften af. In 1665 was hij tweede novicenmeester in het klooster te Maeseyck en in 1666 vicarius aldaar tot het einde van 1669, toen hij gardiaan te Diest werd; sedert 1672 gaf hij onderwijs in het klooster te Brussel; in 1673 werd hij missionaris van de statie ‘Mozes en Aaron’ te Amsterdam; 1675 en 1677 vicarius in Holland; 1678, 1680, 1684 en 1686 superior missionarum; 1681 definitor; 1687, 1696 en 1705 provinciaal te Brussel.