NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Vredewolt, johan of jan

betekenis & definitie

VREDEWOLT (Johan of Jan), F redewolt, werd geboren uiteen verboden omgang van eene aanzienlijke dame uit Groningen met zijn gelijknamigen vader, een oostfriesch geestelijke, pastoor te Emden.

In Groningen woonde meestal ook de zoon, die evenals zijn vader gepromoveerd was en pastoor te Bedum werd (1475). Hendrik van Schwartzenburg, bisschop van Munster, metwien hij door‘mannichvoldigeongehorsamheytendeexcesse’ in strijd was geraakt, deed hem op arglistige wijze gevangennemen. Doch twee jaar later wisten de Groningers, geërgerd over de handelwijze, hun stadgenoot aangedaan, hem vrij te krijgen, tegen betaling van een zwaar losgeld. Al was hij nog tot 1505 pastoor te Bedum, meestal toefde hij sinds in Groningen.

Daar deed hij in laatstgenoemd jaar, toen de stad door hare vijanden in het nauw was gebracht, van zich spreken, doordat hij het volk wist te doen gelooven, dat hij een goeden vrede kon bewerken. Hoewel hij bij de aanzienlijken, ook om zijne oostfriesche afkomst, verdacht was, wist hij het zoover te brengen, dat hij door den pas ingestelden, uit 16 leden bestaanden krijgsraad ter onderhandeling naar de saksische aanvoerders Veit en Grombach, te Aduard, gezonden werd; hij moest evenwel voorgeven, dat hij uit eigen beweging gekomen was. De Saksers gaven hem hunne voorwaarden mee, doch hij weigerde daarvan opening te doen anders dan aan acht door hem te kiezen personen, die daartoe in de Broederkerk moesten bijeenkomen. Op hunne beurt brachten dezen een verslag uit aan den Raad, die, eenige artikelen niet duidelijk of bevredigend vindend, met Vredewolts achttal een aantal artikelen op papier stelde, waarin de hertog van Saksen, stadhouder van Friesland, ook wel als zoodanig voor de Ommelanden erkend werd doch met erkenning van de rechten der stad. Nu maakte de trouwens reeds bij velen verdachte V. allerlei zwarigheden, om zich met die artikelen alleen naar den vijand te begeven. Hij wilde zulks niet anders doen dan na toevoeging van kloeke en bevoegde mannen, als hoedanig hij noemde de abten van Klaarkamp, Dokkum en Aduard. En dezen moesten dan eerst in het leger zijn aangekomen; anders zou hij niet uit de stad vertrekken. En hoezeer het nu algemeen opgewekte wantrouwen gerechtvaardigd was, bleek wel, toen een brief van den utrechtschen bisschop in de stad kwam. Wanneer zulke aanzienlijke vorsten als deze de zaak ter hand namen, dan zou, meende V. nu, zijn vredeshandel bij niemand in tel zijn. En dus trad Vredewolt - en nu voorgoed - af van het openbare staatstooneel, waarop hij trouwens slechts eene onbeduidende rol had gespeeld.

Zie de kronieken vooral die van S. Beningha III, 134-146, ed. Brouerius van Nidek, Analecta (Middelburg 1725) en C. Schotanus, Gesch. v. Friesl. (Fran. 1658) 514-517. Dan nog: Staat v. Stad en Lande 268-270; W. Zuidema, Wilhelmus Frederici (Gron. 1888) 96-97;H.H.Brucherus, Gedenkboek van Stad en Lande (Gron. 1792) 117. Verder Manuscr. op het Rijksarchief Groningen 1477, 1492: 34 en 1494: 14. Mededeelingen van den heer M.J. Gasman.

Kooperberg

< >