NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Stook, johannes

betekenis & definitie

STOOK (Johannes), rotterdamsch geneeskundige, geb. te Kralingen, in 1721 of 1722, gest. 1789 en 2 Oct. van dat jaarte Rotterdam begraven.

Stook werd in 1742 (volgens Alb. studios. op 20 jar. leeftijd) te Leiden als student ingeschreven, en promoveerde 5 Aug. 1746 op een proefschrift de Febri Lactea tot Med. Dr.; hij vestigde zich na zijn promotie te Rotterdam, waar hij omstreeks 1746 op de Hoogstraat woonde, en huwde in 1748 met Catharin a Bakkers. Stook was een voorstander van de inenting tegen de kinderpokken. Hij was lid van het Rotterdamsche Gezelschap van Genees- en Heelkundigen, dat in 1757 een belangrijk werk: de Inenting derkinderpokjes uitgaf.

Zie het art. Leempoel (I kol. 1260).

van Leersum

< >