NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Rücker, joannes conradus

betekenis & definitie

RÜCKER (Joannes Conradus), geb. te Windesheim, overl. te Leiden 8 Maart 1778. Als zijn geboortejaar wordt door van der Aa en anderen 1702 vermeld, door het gedrukte leidsche Album Stud. 1691.

Geen van beide stemt overeen met zijn inschrijving als jur. stud. te Leiden op 14 Sept. 1717 als zijnde 34 jaaroud. Te Leiden studeerde hij onder Gerard Noodt, Ant. Schultingh en Joh. Ortw. Westenberg. In het bijzonder was hij de discipel van Schultingh.

In 1733 werd hij tot lector juris te Leiden benoemd, welk ambt hij 17 Apr. van dat jaar aanvaardde met een rede de Amoenitate studii Juris dvilis. Reeds het volgende jaar werd hij tot gewoon hoogleeraar in het burgerlijk recht benoemd en inaugureerde hij 20 Sept. 1734 met een rede de Superanda studii Juris dvilis diffieultate. Bij de promotie van Daniël van Alphen tot doctor in de beide rechten op 13 Dec. 1735 (zie I, kol. 84, waar als promotiedag ten onrechte 17 Dec. 1735 wordt vermeld) hield hij als promotor een oratie de Honorbus academicis magno doctrinae praemio. Op 23 Sept. 1737 hield hij een lofrede de Vita et obitu viri cl. atque celeb. Joannis Ortwini Westenbergii. In 1741 tot rector-magnificus gekozen, legde hij deze waardigheid het volgend jaar neder met een rede de Libertatis Praesidio, Jure dvili.

In 1757 ten tweeden male het rectoraat nederleggend, sprak hij de Vero Jcto., viro bono. In 1769 verkreeg hij zijn emeritaat.Zijn leeraar Schultingh liet aan hem zijn schriftelijke nalatenschap na. Rücker bezorgde daaruit een verzameling te Franeker gehouden disputaties en gaf die uit onder den titel: Thesium controversarum iuxta seriem Digestorum decades centum (L.B. 1738, herdr. 1762). Zijn eigen, nog groot gezag hebbende, handschriften bevinden zich op de leidsche universiteitsbibliotheek. (Codices bibl. publ. lat. (1912) reg.) Van hem zijn bekend: Dissertatio de dvili etnaturali temporis computatione in iure; Observationes quibus Florentina scriptura variis Pandectarum lods defenditur, Interpretationes, quibus obscuriora quaedam Juris Civilis capita illustrantur, alle te zamen met de oraties van 1733, 1734, 1735, 1737 en

1742 uitgeg. Lugd. Bat. 1749. Een tweede deel der Interpretationes voigde (Lugd. Bat. 1752). Hoewel leerling der klassieke oud-hollandsche juristen, onderscheidt Rücker zich gunstig van hen door meer als jurist, minder als historicus te werk te gaan.

Zijn in 1736 door H. van der Mij geschilderd portret hangt in de Senaatkamer te Leiden en is door J. Houbraken gegraveerd.

Zie: Siegenbeek, Leidsche Hoogeschool II T. en B. 191; dit werk I, kol. 1463.

van Kuyk

< >