NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Moere, joseph van der]

betekenis & definitie

MOERE (Joseph van der), geb. 17 Febr. 1791 te Menen, gest. 6 Maart 1875 te Drongen. Als seminarist van het groot-seminarie te Gent was hij een der slachtoffers van Napoleons gewelddadige

inmenging in kerkelijke zaken (1813), al deelde hij niet in de verbanning der seminaristen, door hem beschreven in: De Jonge Levieten van hetSeminarie van Gent te Wezel.... (Brussel 1856). In 1816 trad hij in de societeit van Jezus en na als leeraar in de H. schrift en in de kerkgeschiedenis te Freiburg (Zw.) te zijn opgetreden, werd hij tot president benoemd van het kort geleden opgerichte seminarie te Kuilenburg. Hij nam deze functie waarvan 1821-1825, toen het seminarie op bevel van koning Willem I gesloten werd. Sinds dien verbleef hij in België en hervatte in 1838 het sinds lang onderbroken werk der Bollandisten, waarin hij de Acta S. Theresiae a Jesu, voorzien van critisch commentaar, in het 6e deel van October uitgaf.

Voor zijne overige werken vergelijke men: C. Sommervogel, Bibliothèque dl Compagnie de Jésus V (Bruxelles 1898) 1151-1154.

Derks

< >