MIJLEMAN (Franciscus), Jezuïetenmissionaris in de Ommelanden, geb. 15 Maart 1610 te Brugge, overl. 15 Jan. 1667 op Holwinde bij Uithuizen. Hij was de zoon van Petrus Mijleman en Jacoba Bollaerts, studeerde 5 jaar humaniora te Brugge en 2 jaar wijsbegeerte bij de Jezuïeten te Douay. Nadat hij het baccalaureaat in de theologie verworven had, werd hij 15 Maart 1636 tot priester gewijd en trad hij 24 Juli van dat jaar in de Societeit van Jezus. 28 Dec. 1639 kwam hij in zijn missieveld de Ommelanden tusschen Eems en Lauwers, waar hij 28 jaar onverdroten heeft gearbeid. Hij schreef onder eigen naam of schuilnaam: Vast ende klaer bewijs hoedat Christus Jezus onzen Saligmaker, in syn H. menschwording heeft uyt sijns H. Mooders, en Maegts Maria Suyver lichaam aengenomen onze Nature enz. (Antw. 1661); Getrouwe Leydtsman, ofte Emstlijcke Waerschouwinge voor alle Die hedendaegs bij menighte seggen: Die goedt doet, en op Godt betrouwt enz., door François van der Brugge (Antw. 1664); Vlaemsche Echo of geestelijke liederen, doorV ictor van Kempen (Antw. 1664; Modell, in een somma begrepen, waernaerAlle Dwaelgeloovige op het sekerste sich hebben te reguleeren door François van der Brugge (Antw. 1664); Ommelands Eere ofte Eenige naegelaeten gedenckwaerdige Overblijfselen
van de gepleegde aldaer Godsdiensticheijt Onser Lof. mem: Roomsch- Catholyken voorouderen, Hieren daer.... nog te vinden (1664). Laatstgenoemd handschrift berust in het Rijksarchief te Groningen en geeft o.a. een beschrijving van des auteurs arbeid in de Ommelanden en van zijn inboedel zoo kerkelijk als huiselijk. Hij is begraven in den grafkelder der van Heerma's in het koor der Herv. kerk te Uskwerd.
Zie: Bijdr. v.d. Gesch. en Oudheidk. inzonderh. v.d. prov. Gron. IV, 228 v . v . ; Relatio visitationis Rev. P. Thomae Dekens in ArchiefAartsb. Utr. III, 84; Archief Aartsb. Utr. II 467; Gron. Volksalm. 1909 113 v.v.
Wumkes