MERWYCK (Willem van) (2), overl. 1676, heer van Kessel enz., zoon van Caspar
(2) en van Walrava van Stepraedt, werd minderjarig 9 Januari 1624 met Kessel beleend, zijn hulder was Johan van Stepraedt, vernieuwde meerderjarig den eed 18 Dec. 1637, deelde 11 Oct. 1636 met zijn broeder en zusters, sloot 5 Febr. 1637 op het huis Croonenborch een huwelijkscontract met Clementia van Lijnden van Croone nborch, welke25 April 1642, kinderloos overleed, haar weduwnaar kocht in Dec. 1645 den molen te Offenbeeck en de laten gehoorende in den hof te Leven van de erfgenamen van jonker Adolf van Buren. Hij hertrouwde 16 Juni 1647 met Judith van Lijnden, dochter van Dirk, heer van Hemmen en Blitterswyck; 3 Sept. 1647 had er te 's Hertogenbosch een minnelijke schikking plaats tusschen de kinderen van wijlen Caspar van Merwyck en Walraven van Steproy ten eenre en de kinderen van Floris van Eyck, heer te Nuenen en Beatrise Monicx ter andere zijde; 11 Mei 1648 werd Willem van Merwyck tot Kessel door de Staten van het Overkwartier als riddermatig persoon erkend.