NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Merwyck, willem antoon mathijs van

betekenis & definitie

MERWYCK (Willem Antoon Mathijs van), overl. 1798, heer van Kessel enz., zoon van Caspar (3) en van Elisabeth Anna van Lijnden, werd minderjarig, 17 Febr. 1728, met de heerlijkheid Kessel, het huis en de weerd aldaar, eveneens met

den tol, met den hof op den Grave en Snaterbeecksgoed beleend; meerderjarig beleend 3 Aug. 1741; 15 Nov. 1752 beleend met den hof

te Put te Kessel. Hij werd 20 Juli 1743 tot Raad van het hof te Gelder benoemd, was Raad Costumier te Roermond 1743-1794.

< >