NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Isendoorn, adriaan van

betekenis & definitie

ISENDOORN (Adriaan van), ab Ysenderen, zoon van Johannes van I., U.J. Licenciatus, werd 13 Dec. 1548 toegelaten tot een prebende in het kapittel van den Dom te Utrecht, 27 Apr. 1552 tot een supplementum en 14 Dec. 1552 tot het kapittel, en overleed 7 Febr. 1566 als pauselijk protonotarius.

Zie: hs. van W. Brock (Rijksarchief Utrecht D. 1355); S. Muller Fz., De Dom van Utrecht (Utrecht 1906) 9; Bijdr. en Med. Hist. Gen. XXVII (1906) 176. van Kuyk

Jacobs, Hendrik

JACOBS (Hendrik), vioolmaker te Amsterdam woonde in 1686 aldaar in de Sint Anthoniebreestraat, en maakte documenteel krijtertjes (pochettes), violen, alten en gamba's (deze laatste thans meest vervormd tot cello's). De grensjaren zijner werkzaamheid zijn 1660 (Cat hist. tent. vanAmsterdam 1876, nr. 3242) en 1708. Hij werkte naar het model van den ouden Amati (groot patroon), gebruikte roodbruinlak, legde in met balein en maakte het onderblad soms van palissanderhout. Veel zijner instrumenten zijn later van vervalschte italiaansche etiketten voorzien en komen als oude italiaansche violen in den handel voor. Authentieke etiketten zijn als controle-middel gefacsimileerd in Paul de Wit, GeigenzettelI (1902) nr.

195 (Ao. 1690); 1 2te Auflage (1910) nr. 201 (Ao. 1690), 202 (Ao. 1708); Bauer, Practical history of the violon (1911) pl. V.

Zie: Bouwsteenenreg; Navorscher 1874,454;van der Straeten, Lamusique aux Pays-Bas V, 408; Cat. Snoeck (1903) 11 en 15; Amsterdam in de 17e eeuw. Muziekleven 107; Enschedé, Dertig jaren muziek in Holland 10; Fuchs, Taxe der Streich- Instrumente (1907) 174.

Enschedé

< >