INGENHOUSZ (Arnoldus Josephus), ambtenaar bij de belastingen en volksvertegenwoordiger te Breda, ged. 4 Mei 1766 ald. en overl. ald. 20 Sept. 1859. Zijn ouders waren Ludovicus I.enJoanna Stuijck van Turnhout, aanzienlijke ingezetenen dier stad. Opgeleid voor de studie (hij werd ingeschr. als. med. stud. aan de leidsche hoogeschool 17 Dec. 1784), mocht hij om zijn zwakke gezondheid deze niet voltooien. In den Franschen tijd was hij eenige jaren president der municipaliteit te Breda, waarvoor hij in 1802 bedankte ten gevolge van zijn benoeming tot lid van het departementaal bestuur van Brabant. Ook andere betrekkingen werden hem vroeger en later opgedragen, o.a. in 1791 die van commissaris van hetfransch militair hospitaal van Breda. In
1814 werd hij benoemd tot provinciaal directeur der directe en indirecte belastingen in zijn gewest, terwijl hem nog in hetzelfde jaar de betrekking van arrondissementsen militiecommissaris in het district Breda werd opgedragen. Tevens werd hij omstreeks dien tijd tot lid der Prov. Staten van Brabant gekozen. In 1818 werd hij lid der Tweede Kamer Stat.-Generaal en der commissie van Landbouw. Als volksvertegenwoordiger onderscheidde Ingenhousz zich door een helder en zelfstandig oordeel, terwijl zijn financieele bekwaamheden zeer geroemd werden. In 1830 tot lid van de commissie van bezuiniging benoemd, werd hij in 1837 als zoodanig opnieuw gekozen, doch twee jaar later legde hij zijn staatkundige betrekkingen neder. Hij overleed kinderloos.
Zuidema