NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Grothe, mr. jacob anne

betekenis & definitie

GROTHE (Mr. Jacob Anne), geb. te Utrecht 4 Sept. 1815, zoon van Laurens Clarens Eliza Grothe en Sophia Wilhelmina Jacoba van Ghesel, overl. aldaar 9 Oct. 1899.

Hij studeerde te Utrecht, waar hij 7 Maart 1842 promoveerde in de rechten op stellingen en 29 Juni 1843 in de letteren op een proefschrift: De SocrateAristophanis. Sedert woonde hij ambteloos te Utrecht. Van 1858 tot 1893 was hij secretaris van het Historisch Genootschap: in de uitgaven daarvan publiceerde hij allerlei documenten. Maar zijn voornaamste bronnenpublicatie is het standaardwerk: Archiefvoor de geschiedenis der oude hollandscheZending (Utr. 1884-1891,6 dln), waardoor men inder-

daad verkrijgt ‘een aanschouwelijk beeld van hetgeen in de vaderlandsche kerken voor de zending is gedaan of verzuimd’. Hij was medeoprichter en tot zijn dood penningmeester van de Utrechtsche Zendingsvereeniging (opgericht in 1859). Hij huwde te Utrecht 21 Sept. 1843metArnoudina Johanna Carolina Loten van Doelen.

Zie: Valeton in Jaarb. voor de Stad en Provincie Utrecht 1900-1,281 vlg.; dez. in Levensb. Letterk. 1900, 172 vlg.

Brugmans

< >