GROSHANS (John Anthony), geb. 8 April 1818 te Rotterdam, overl. ongehuwd 29 Maart 1904 te Scheveningen. Hij was de zoon van den rotterdamschen procureur M.P.
Groshans, werkte eerst op diens kantoor en werd - hoewel hij zich het meest tot de studie der natuurwetenschappen voelde aangetrokken - opgeleid voor het notariaat. In vrijen tijd werd echter door hem theoretisch de scheikunde, inzonderheid de stoechiometrie, beoefend. Vooral de wetten van Kopp, Trouton en Dulong-Petit en de hypothese van Dumas en Prout boezemden hem belang in. Hij was overtuigd van de samengesteldheid der elementen en zijn theoretische onderzoekingen en berekeningen zijn in hoofdzaak daarop gegrond. Zoo onderzocht hij o.a. den invloed van de som der atomen in koolstof-waterstof-zuurstof-verbindingen op de physische constanten van deze en kwam, dit ook bij verbindingen met andere elementen nagaande, tot besluiten betreffende het samengesteld zijn van deze elementen. Experimenteeren deed hij niet; hij gebruikte bij zijn berekeningen de door anderen bepaalde physische constanten.
In het eerste jaar van zijn notarisambt (1849) verscheen ook zijn eerste verhandeling in Poggendorff'sAnnalen (LXXVIII, 112). Na de eerste tien jaren liet zijn beroep hem meer vrijen tijd voor zijn chemische studiën; in 1883 legde hij zijn ambt neder en vestigde hij zich te Scheveningen. Zijn afzonderlijk uitgegeven geschriften zijn de volgende: Etudes etconsidé- rations sur la nature des éléments (corps non composés) de la chimie (1866-67, 3 brochures); Surla nature des éléments de la chimie (1875); Ein neues Gesetz, analog dem Gesetz von Avogadro (1882); Ueber wässerige Lösungen, nach Untersuchungen von Gerlach, Kremers und J. Thomsen (1884); Des combinaisons chimiques Cp Hq Or et des nombres de densités des éléments (1888); Des d issolutions aqueuses par rapport aux nombres de densité des éléments (1888); Darstellung der physikalischen Eigenschaften der chemischen Verbindungen Cp Hq Or als Funktion derAtomsumme oder Densitätszahl p + q + r (1895). Een lijst van de door hem in tijdschriften gepubliceerde verhandelingen vindt men in zijn levensbericht (door Suze Groshans en J.H. Adriani) in Chem. Weekblad I (1903-04) 706. In een drietal opstellen in het Maandblad v.
Natuurwetensch. 1898 gaf hij zelf een overzicht van zijn scheikundige studiën. Een portret van hem is nooit vervaardigd.
Jorissen
