GEVERS VAN ENDEGEEST (Jhr. Mr. Dirk Cornelis), geb. te Rotterdam 23 Jan. 1763, zoon van Mr. Abraham (I kol. 934), burgemeester aldaar en diens tweede vrouw Catharina Wilhelmina van der Staal, vrouwe van Kethel en Spaland, welke heerlijkheid hij van zijne moeder erfde. Hij was voor de revolutie van 1795 schepen van Schieland en secretaris en pensionaris zijner geboorteplaats, met zitting in de Staten van Holland. Na 1795 woonde hij te 's Gravenhage, totdat hij 31 Dec. 1800 het huis Endegeest c.a. te Oegstgeest kocht, om zich daar voorgoed te vestigen. Aanvankelijk ambteloos, werd hij onder koning Lodewijk Napoleon vrederechter en was een der hoofdpersonen bij de leeniging der nooden, ontstaan door Leiden's ramp van 12 Jan. 1807. De volksmond heeft hem verweten, zich daarbij verrijkt te hebben aan de ruime gaven, die toen allerzijds, ondanks de slechte tijden, voor de ongelukkigen vloeiden. Evenwel heeft een nauwkeurig onderzoek, ook een in de laatste jaren ingesteld, geen enkel bewijs opgeleverd voor dit verhaal. Na de restauratie werd hij commissarisgeneraal van waterstaat en lid der gedeputeerde staten; dit laatste ambt vervulde hij van 1814-1839. Zijn buitengoed heeft hij in die jaren vergroot en verfraaid. Hij was driemaal gehuwd: 1o. te 's Gravenhage 13 April 1788metMaria Benudina Helena Rengers (1761-1789) waaruit één zoon jhr. Marinus Benudinus Helenus (1789-1873) president der Alg. Rekenk., die bij jkvr. J.C. Mollerus slechts ééne kinderloos overleden dochter naliet, die gehuwd was met W.A. baron van Pallandt tot ter Leede;2o. te Utrecht 25 Nov. 1792 met Maria Catharina de Leeuw (1773-1823) waaruit een zoon, Daniel Theodoor, die voorgaat, en jhr. Mr. Adriaan Leonard van Heteren Gevers (1794-1866) huzarenofficier, lid der gedup. Staten en agent van het domein (I kol. 935), die uit zijn huwelijk met barones Sirtema van Grovestins3 zoons naliet, waarvan de oudste, jhr. Mr. Dirk Adolphe (1823-1859), een zoon naliet, die Endegeest erfde van zijn oudoom, waarover boven, terwijl de 2 anderen ongehuwd stierven; 3o. te Oegstgeest 13 Mei 1835 met Jannetje Schaay (1799-1852); dit huwelijk was kinderloos.
Hij was een man van groot gezag op waterstaatsgebied en bleef tot zijn dood, die plotseling 29 Oct. 1839 plaats vond op zijn weg naar huis, ijverig werkzaam in het belang der provincie en zijne omgeving. Koning Willem I had hem 31 Dec. 1827 verheven in den Nederl. Adel.
Zie over hem: Geschiedenis van hetkasteelEndegeest in Leidsch Jaarb. 1910 en Nederl. Adelsb. 1913.
Bijleveld
