NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Freijtag, johannes

betekenis & definitie

FREIJTAG (Johannes), zoon van Steven F. enCatharina Donneberg, geb. te Wesel 30 Oct. 1581, overl. 8 Febr. 1641 te Groningen; hij studeerde te Helmstadt en te Rostock, en werd 1604 te Helmstadt eerst tot buitengewoon, daarna tot gewoon hoogleeraar in de geneeskunde benoemd, waar hij ook promoveerde, 1608; kort daarop werd hij lijfarts van den hertog van Brunswjk-Lunenburg, te Osnabrück, later van den bisschop van Osnabrück. In 1631 benoemde de Groninger hoogeschool hem tot prof. in de geneeskunde, als opvolger van Mulerius (II kol. 952).

< >