Donckers, rognerus henricus

betekenis & definitie

DON(C)KERS (Rognerus Henricus), ged. 6 Oct. 1788 te 's Hertogenbosch, overl. aldaar5 Febr. 1830, zoon van Johannes Leonardus D. en van Anna Maria Josepha Sitskoorn, studeerde tot 1807 aan het gymnasium zijner geboortestad en werd 29 Oct. 1808 toegelaten als student te Duisburg en promoveerde 15 Mei 1812 op proefschrift tot doctor in de genees-, heel- en verloskunde. Hij vestigde zich als geneesheer te Helmond in 1813 en later te 's Hertogenbosch.