NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bouman, hermanus

betekenis & definitie

BOUMAN (Hermanus), geb. te Idaard 11 Febr. 1789, overl. te Utrecht 14 Mei 1864; zoon van Luttonius Bouman (predikant te Idaard van Maart 1780-1798; overl. 14 Juni 1836; zie beneden bij de literatuur-opgave) enLucretia Welmina van der Swaagh.Hij studeerde te Harderwijk, werd predikant te Oostermeer 20 Sept. 1812, te Finsterwolde in Juni 1815, en hoogleeraar in de godgeleerdheid te Utrecht in Nov. 1822. Hij nam afscheid van Finsterwolde 27 April 1823, hield zijne inaugureele rede op 20 Mei d.a.v.: De Belgio, disciplinae theologicae, nostra imprimis aetate, sede pulcherrima etmaxime opportuna, en werd op 30 Mei als academieprediker bevestigd (op 4 Juni 1848 vierde hij zijn zilveren jubileum als zoodanig).

< >