BOR (Paulus), schilder te Amersfoort en aldaar gest. 10 Aug. 1669, was de zoon van Paulus Bor en Maria Casynsdr. Vóór 1628 heeft hij te Rome vertoefd, waar hem in de schildersbent de naam Orlando gegeven werd.
In 1628 schilderde hij een groote familiegroep voor het St. Pieters- en Blocklandsgasthuis te Amersfoort, thans daar nog aanwezig en in 1638 voerde hij decoratief schilderwerk uit op Honselersdijk. Omstreeks dezen tijd huwde hij met Aleyd van Crachtwyck. Hij werd te Amersfoort regent van het gesticht ‘De armen de Poth’ en schilderde in 1656 voor de regentenzaal er van een allegorisch schoorsteenstuk.
Hij heeft slechts weinig geschilderd, hetgeen wel te verklaren is uit de omstandigheid, dat andere werkzaamheden zijn tijd in beslag namen; ten minste in 1656 nam hij een brouwerij over. Verdienste hebben zijn weinige bewaarde werken echter wel, vooral een Aanbidding der koningen van 1634 in het museum te Amersfoort, dat vóórdat er zijn naam op gevonden was, aan Willem de Poorter werd toegeschreven, terwijl om dezelfde reden een vrouwenkopje in het museum te Groningen vroeger zelfs van Rembrandt heette. Zijn portret staat op een der groepen bentvogels in museum Boymans te Rotterdam.
Zie: Obreen'sArchief III, 308, VI, 299; Oud-HollandXIII, 35; Nederl. Spectator 1875 3, 94, 109; S. Muller Fz., Utrechtsche schildersvereenigingen 134; van der Leeuw. Het gesticht1 De Armen de Poth’ (Amersfoort 1898) 14,15; Th i em e und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce.
Moes