NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bösken, johan herman

betekenis & definitie

BÖSKEN (Johan Herman), geb. te Diepenveen in 1804, overl. te Utrecht in 1873, zoon van den predikant Johan Peter Bösken (overl. 20 Mei 1843) en Margaretha Alting. Hij studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid, werd predikant te Hall 3 Aug. 1828, te Werkendam 5 Jan. 1834, te Vlissingen in Juni 1839, te Utrecht 14 Dec. 1845.

< >